Knallende uitlaten, brullende motoren en zacht applaus klinken terwijl de rouwauto met daarin Marc van Schaik (64) langzaam voorbij rijdt. ,,Dat zullen ze daarboven wel horen’’, zegt Rob Arts, wijzend naar de hemel.
Met zijn opvallende groene Moto Guzzi doet Arts zijn uiterste best om zoveel mogelijk geluid te produceren. Hij geeft nog maar eens een extra stoot gas. De motor brult, de uitlaat knalt erop los. En dat allemaal voor Marc, de recent overleden voorzitter van MC Roadrunner uit Den Helder.
Arts is al een jaar of twintig lid van de club en natuurlijk kende hij Marc. ,,Een kleurrijke man. Een motorrijder in hart en nieren. Een ware Roadrunner. Door de jaren heen hebben we een persoonlijke band opgebouwd. Dat je hier zoveel mensen ziet, dat zegt wel genoeg over Marc, lijkt me.’’
Met z’n pakweg zestigen zijn ze er deze woensdag. Zestig motorrijders van Roadrunner maar zeker ook van collega-verenigingen in den lande die een laatste eer komen bewijzen aan Marc van Schaik. Eerst tijdens de uitvaart in Oleahof, daarna middels een imposante stoet van motoren die Marc begeleidt op zijn laatste reis en met als letterlijke klap op de vuurpijl de bepaald niet geluidloze erehaag bij het crematorium aan de Haringhuizerweg in Schagen.
Oudesluis
Na de uitvaart in Oleahof zette het lint motorrijders koers richting het crematorium bij Haringhuizen. De route voerde onder meer langs de woning van Van Schaik in De Schooten en door Oudesluis, het dorp waar hij voorheen op school zat.
Een van de leden van Roadrunner wilde zelfs zo graag meerijden dat hij werd opgehaald op een marineschip dat momenteel voor de kust van Den Helder ligt. Het tekent het belang van Van Schaik voor de leden.
Van Schaik overleed vorige week donderdag (17 februari) op 64-jarige leeftijd nadat hij onwel was geworden. Zijn plotselinge overlijden laat een gapend gat achter bij de Helderse vereniging, zo vertelt penningmeester Jan de Bruijn.
De Nieuwedieper was alles bij elkaar zo’n vijftien jaar voorzitter van Roadrunner, het gezelschap motorfanaten van wie vrijwel iedereen bij een overheidinstantie werkzaam is. Van Schaik hield niet van de woorden voorzitter en president. Om die reden doopte hij zichzelf ooit met een colablikje in de hand tot ’pepsident’.
De Bruijn schetst Van Schaik als een kleurrijk figuur met een grote liefde voor motoren en de club aan de Professor van Tilweg. Na aanvankelijk een Moto Guzzi te rijden, maakte hij vervolgens de sier met zijn Harley Davidson. ,,En die glom altijd. Hij onderhield de motor enorm goed.’’
De penningmeester herinnert zich Van Schaik vooral om zijn humor. ,,Er zijn mensen die je een verhaal voor de derde keer hoort vertellen en die je eigenlijk het liefst zou onderbreken. Zelfs als Marc voor de tiende keer iets vertelde waarvan je de afloop al kende, dan nog lag je in een deuk.’’