Zoek
Sluit dit zoekvak.

Bij overlijden
24/7 bereikbaar:

Van ambtenaar

naar manager uitvaartcentrum

Zijn vriendin was hoogzwanger van hun jongste dochter, vertelt Edger van der Laan, manager bij Oleahof Uitvaartzorg. Toen een familie bij het bedrijf aanklopte voor de uitvaart van een jong kindje, kreeg hij ’wel eventjes buikpijn’, geeft hij toe. ,,Je hoopt dat zoiets je niet overkomt. Maar tegelijkertijd legt het een extra druk op ons als bedrijf. Zo’n uitvaart moet gewoon goed zijn.’’

Eigen beheer
Oleahof Uitvaartzorg doet veel in eigen beheer. Zo beschikt het bedrijf over een eigen drukkerij. In de garage staan niet alleen rouwkisten op voorraad, maar worden ook de twee rouwauto’s geparkeerd. Later dit jaar volgt een derde. De voertuigen worden in de eigen autowasstraat gereinigd en met een speciale machine kan het terrein sneeuwvrij worden gemaakt. Het bebouwde deel van het complex aan de IJsselmeerstraat is ongeveer 2900 vierkante meter groot. De Oleahof alleen is 1.400 vierkante meter groot.
Ook bij een uitvaartbedrijf gaat het om gastvrijheid. Mensen het gevoel geven dat je er alles aan doet om het hen naar de zin te maken
Er wordt ook gelachen. Kijk maar om je heen, het is hier ontzettend mooi en er gebeuren hier heel mooie dingen
DEN HELDER Even een paar versnellingen terugschakelen. Zijn vader was architect Hugo van der Laan. Moeder Anneke is fysiotherapeut. Edger koos voor een totaal andere richting. ,,Als jochie wilde ik al de horeca in. Ik maakte de horeca onder andere mee op vakanties of als we uit eten gingen. Het sociale, de dynamiek… Het sprak me ontzettend aan.’’
Op z’n veertiende werd hij afwasser in de keuken van het Beatrix Hotel in Huisduinen. ,,Ik heb ook op de ijscokar van Aris Laan gezeten en heb bij restaurant Brammetje gewerkt. En bij Kruimeltje. In mijn studietijd heb ik bijbaantjes in de horeca gehad.’’

Hotelschool
Met zijn havodiploma op zak ging hij in Leeuwarden studeren, aan de hogere hotelschool. Daar ontmoette hij zijn vriendin, Linda Blom. Na anderhalf jaar kapte hij met de studie. ,,Ik wist niet goed wat ik ging doen. Ik heb allerlei baantjes in de horeca gehad. Na anderhalf jaar ging ik op een golfbaan in Harderwold werken. Daar heb ik clinics gegeven en in de horeca gewerkt..’’
Hij dook weer de schoolbanken in. Nu voor een mbo4-opleiding steward/receptionist/host. Met dat diploma op zak ging hij op Schiphol aan het werk. Zijn honger naar kennis was nog niet gestild. En dus volgde hij de hbo-studie toerisme. Zijn eerste stage was in Spanje. Voor zijn eindstage kon hij terecht bij het Helderse Beatrix Hotel.
,,Ik ging aan het werk bij een reisbureau dat was gespecialiseerd in op maat gemaakte groepsreizen. In Opperdoes. We verkochten op maat gemaakte reizen aan onder meer scholen en bedrijven. Naar Barcelona, Tsjechië, Londen, Praag…Groepen van tweehonderd man, maar soms ook van twintig.’’
Na vijf jaar kwam een eind aan dat avontuur. ,,Om economische redenen. Het was een klein bedrijf. Ik was er als laatste bij gekomen en moest er dus als eerste uit.’’

Offshore
In de offshore vond hij daarna emplooi, bij Bluestream. ,,We hadden een flexibele schil van vijfhonderd man en leverden specialisten aan projecten over de hele wereld. Dat moet vaak op heel korte termijn gebeuren. Ik zat op de planning. Die afdeling zorgde er voor dat alle papieren in orde waren voor de mensen die voor een bepaald project waren geselecteerd. Als we een duikteam ergens heen moesten sturen, moesten bijvoorbeeld hun certificeringen in orde zijn. En moesten tickets worden geregeld. De ene keer waren er mensen nodig voor een klus op de Noordzee, de andere keer moest een team naar een plek in Afrika.’’
Zijn oog viel op een bepaald moment op een vacature van de gemeente Den Helder. Die zocht een beleidsadviseur toerisme. ,,Bij Bluestream had ik het idee dat ik niet verder kon groeien. Ik moest nog zeker veertig jaar werken. En dus wilde ik uitgedaagd worden, nieuwe dingen leren.’’
Toerisme en de lokale economie. Dat waren de beleidsterreinen waar hij zich bij de gemeente mee bezig hield. Hij adviseerde de portefeuillehouder en het college onder meer over de vraag of het verstandig was om supermarkten toe te staan op het Ravelijncenter en tegenover asielzoekerscentrum Doggershoek. Ondernemers konden met vragen terecht bij het gemeentelijke bedrijvenloket en werden door Van der Laan van antwoorden voorzien.

Andere structuur
Maar hoe is dat nou bevallen, die stap van de commerciële sector naar de overheid? ,,Een gemeente heeft een heel andere structuur. Ik heb altijd in het mkb gewerkt. In kleine bedrijven wordt snel geschakeld, bij de gemeente duurt het langer voordat ergens een besluit over wordt genomen. Er zijn veel facetten waar je rekening mee moet houden. Onderwerpen moeten ook in commissies en in de gemeenteraad worden besproken. Daar worden politieke afwegingen gemaakt. Af en toe had ik daar wel moeite mee. Maar je doet als beleidsadviseur wat in je macht ligt, meer kun je niet doen. Ik heb daar ontzettend veel geleerd, vooral over hoe het werkt in de politiek.’’
In januari 2020 nodigde ondernemer Jan Dop hem uit voor een kop koffie. Hij vroeg of Van der Laan er wat voor voelde om toe te treden tot het management van Oleahof Uitvaartzorg. Edger van der Laan: ,,Natascha, de echtgenote van Jan, had de dagelijkse leiding. Jan werkt op de achtergrond. Hij was op zoek naar iemand die Natascha kon bijstaan. Ik wilde een weloverwogen keus maken en heb er een half jaar voor uitgetrokken. In die periode brak ook de coronacrisis uit. Ik heb stages gelopen bij andere bedrijven in de branche en ik heb gesprekken gevoerd met verschillende mensen.’’
Zo’n twee jaar nadat hij bij de gemeente in dienst kwam, stapte hij als manager binnen bij het uitvaartcentrum. De overstap is niet raar, zegt hij. Ook bij een uitvaartbedrijf gaat het over gastvrijheid, over mensen het gevoel geven dat je er alles aan doet om het hen naar de zin te maken. ,,Het is voor mij nog steeds één grote leerschool. De taakverdeling is niet heel hard. We vormen samen een mooi directieteam.’’

Rouwauto
Die leerschool houdt ook in dat hij alle facetten van het vak wil leren kennen. Zo is hij in een rouwauto mee geweest naar het crematorium in Schagen. ,,Ik ga ook de opleiding tot uitvaartleider volgen. Zodat ik weet wat er allemaal bij komt kijken.’’
Werken bij een uitvaartcentrum, is het een dooie boel? ,,Absoluut niet. Er wordt ook gelachen. Kijk maar om je heen, het is hier ontzettend mooi en er gebeuren hier heel mooie dingen. De uitvaartleiders hebben intensief contact met de families. Alles moet kloppen, vanaf het moment dat zij binnen komen tot het moment dat zij weg gaan. Na de uitvaart vragen wij hoe zij het hebben ervaren en of zij suggesties hebben voor verbetering. Alles is maatwerk. We hebben grote uitvaarten, maar soms zijn er ook uitvaarten waar maar vier personen aanwezig zijn. Het is onze taak om de wensen van de familie zo goed mogelijk uit te voeren. Het mooiste dat kan gebeuren is dat je na een uitvaart een compliment krijgt van de familie.’’
Door de coronacrisis zijn ook uitvaartbedrijven met beperkende maatregelen geconfronteerd. Oleahof kan zo’n vierhonderd bezoekers herbergen. Dan kon vanaf maart vorig jaar opeens niet meer. ,,Nu mogen bij een uitvaart maar 100 mensen aanwezig zijn. Wij kijken naar wat binnen de beperkingen nog wél kan. En natuurlijk houden wij de regels in de gaten. Alles wordt gedesinfecteerd, de loopstromen zijn zodanig dat mensen elkaar niet kruisen. Over alles is nagedacht. We houden alles in de gaten, maar spelen geen politieagent.’’
Dat in de grote zaal nu geen vierhonderd bezoekers mogen komen, betekent niet dat die ruimte geen aandacht meer krijgt. Integendeel. ,,We hadden al een goed geluidssysteem, maar nu hebben we een topsysteem. Ook van Bose’’, vertelt Van der Laan. ,,Drie dagen zijn ze bezig geweest om het in te regelen. Er is daar speciaal iemand uit België voor overgekomen. Het maakt niet uit op welke plek je in de zaal zit. Het geluid klinkt overal hetzelfde.’’
De beperking van het aantal bezoekers, heeft het bedrijf aangegrepen voor een nieuwe dienst. Uitvaarten kunnen nu rechtstreeks worden uitgezonden, in beeld en geluid. Wie er niet lijfelijk bij kan zijn, kan de uitvaart dus toch via internet volgen. Ook al zit je aan het andere eind van de wereld.

Vader
Zo’n vijf jaar geleden is het inmiddels dat zijn vader, architect Hugo van der Laan, overleed. De uitvaart was in de Oleahof. Is dat niet lastig, elke dag daaraan herinnerd worden? ,,Juist niet. We hebben heel goede herinneringen aan die fantastische uitvaart. Alles is gegaan zoals we het wilden. Wat wij hier als klant hebben ervaren, gun ik elke familie die voor een uitvaart bij ons aanklopt. Minimaal.’’

Meer

actueel

Afscheid van

levenswerk

Vrijwilligers bewijzen

laatste eer aan grondlegster hospice

Tijdens de uitvaart van Ed Pach klinkt uit honderden kelen een lied over Wieringerwaard.

En daarna krijgt hij zijn allerlaatste applaus

Oleahof Uitvaartzorg overgegaan in nieuwe handen, Jan en Natascha Dop spelen

nog adviserende rol

Oleahof Uitvaartzorg

in nieuwe handen

De laatste rit voor Marc van Schaik,

een ware Roadrunner

Wat is uw 

situatie?

Waar kunnen we u mee van dienst zijn?
Ga naar de inhoud